Optimalisatie voederwaardeschatting kuilmaïsrassen door bepaling van celwandverteerbaarheid en zetmeelbestendigheid

Dit bericht werd geplaatst in Praktijkonderzoek op .

De gangbare energiewaardering van rundveevoeders (VEM-waarde, VEVI) is gesteund op de verteerde nutriënten zoals bepaald via faecale verteringsproeven. Daarbij wordt weinig of geen rekening gehouden met de snelheid van vertering noch met de plaats van vertering (pens/darm). Deze twee factoren bepalen echter in belangrijke mate de aard en de hoeveelheid van de gevormde nutriënten voor het dier. De energie bij maïskuil komt zowel uit verteerde celwanden als uit zetmeel.
Het project voorziet in een calibratie van zowel celwandverteerbaarheid als zetmeelbestendigheid. Deze calibraties kunnen helpen om in het rassenonderzoek kuilmaïsrassen deze voederwaardeparameters mee te nemen bij de beoordeling van de rassen. Het project wordt gefinancierd door het Fonds Landbouw & Visserij en volgende partners werken erin nauw samen : Hogeschool Gent, ILVO Dier, CRA-W, CIPF.

Projectcoördinator: Joos Latré, Hogeschool Gent