Afrijping van de kuilmaïs: situatie op 27 september
Dit bericht werd geplaatst in Nieuws, Praktijkonderzoek op .
Uit de gegevens van de staalnames van afgelopen vrijdag blijkt dat de maïs – dank zij het gunstige weer – verder afrijpt aan een hoog tempo. Zowel de vroeg gezaaide als de laat gezaaide perceeltjes stegen gemiddeld met meer dan 3%. Het verschil tussen de waarden van beide zaaitijdstippen is beperkt omdat bij de late zaai het late ras vervangen is door een vroeg ras. Dit weerspiegelt uiteraard de situatie in de praktijk.
In Schaffen is de proef nu echt overrijp en niet meer geschikt om goed in te kuilen. Ook in de praktijk zien we op zandgrond hier en daar al wat kuilmaïs staan die voorbij het ideaal stadium is om in te kuilen. Over het algemeen is de situatie nog wel gunstig. We zien ook in de resultaten van een aantal velden waar we in juni en juli nog vreesden voor drama’s wat betreft de rendementen, dat het finaal resultaat nog behoorlijk kan zijn. De gunstige periode rond de bloei, de goede zomer en de huidige goede nazomer hebben toch nog veel goed kunnen maken op de meeste plaatsen. We zien dit jaar wel terug wat meer problemen met builenbrand opduiken. De maïs heeft dit jaar uiteraard veel stress te verduren gekregen. De stormen in de zomer hebben dit jaar bij een aantal rassen voor sterke zomerlegering gezorgd. Een aantal percelen heeft zich achteraf goed kunnen herstellen maar op een aantal plaatsen is de schade toch blijvend geweest.
Meer en meer percelen in ons observatienetwerk haalden afgelopen vrijdag 32% of meer en zijn vanaf nu zeker geschikt om te kuilen. Men wacht best niet langer dan 1 tot 2 weken om in te kuilen bij deze waarden. Er staat toch ook nog heel veel maïs met een droge stof gehalte van onder de 29%. Voor deze maïs zal het nog 2 of meer weken duren voor de maïs rijp is. Hopelijk blijven de weersomstandigheden gunstig zodat ook de late maïs in goede omstandigheden van het veld gehaald kan worden.
Projectcoördinator: namens LCV: Jurgen Depoorter