Afrijping van de kuilmaïs: situatie op 12 oktober

Dit bericht werd geplaatst in Nieuws, Praktijkonderzoek op .

Uit de gegevens van de staalnames van afgelopen vrijdag blijkt dat de maïs verder afrijpt aan een snelheid van 1 tot 3%. Op de meeste plaatsen is de bemonstering gestopt omdat het proefveld geoogst werd.  Sommige regio’s worden niet meer vertegenwoordigd in de gemiddelde cijfers.  De gemiddelde droge stof gehaltes van 34% zijn uiteraard enkel nog representatief voor de echt laat gezaaide of traag groeiende maïs.

In de Limburgse Kempen is de meeste kuilmaïs geoogst. In de Antwerpse Kempen zal nog iets meer laat gezaaide maïs staan. De meeste van de nog resterende hakselmaïs staat momenteel in Oost- en West-Vlaanderen.  De meeste van deze percelen mogen nu zeker geoogst worden. De goede zomer en de lange stabiele nazomer hebben heel veel goed gemaakt voor de maïs maar daar is nu duidelijk een eind aan gekomen. Het weer is ons de laatste dagen niet echt gunstig gezind. De overvloedige regenval zal waarschijnlijk voor problemen zorgen bij de oogst van de resterende maïs. Hopelijk volgen er nog voldoende droge periodes om de maïs alsnog in goede omstandigheden van het veld te krijgen. Te lang wachten heeft echter geen zin omdat er in de tweede helft van oktober meestal meer kans is op een verslechtering van de omstandigheden dan op een verbetering. Hevige windvlagen kunnen bovendien nog voor bijkomende verliezen zorgen.

 

afrijpingKM_11102013

Projectcoördinator: namens LCV: Jurgen Depoorter