Afrijping maïs ging in 2020 (te) snel
Dit bericht werd geplaatst in Maïs, Nieuws, Praktijkonderzoek op .
Zoals voorspeld zorgden de droge bodem in combinatie met extreem hoge temperaturen voor een- op sommige plaatsen ongeziene- afrijping van de maïs. Twee weken na elkaar zien we een stijging van het droge stof gehalte van gemiddeld 5%. Op de Kempense locaties zien we de snelste vooruitgang, met een ongeziene uitschieter van wel 10% per week in Hoogstraten.
Overal in het netwerk, ook op de laat gezaaide locatie in Geel Ten Aard, is de maïs klaar om te hakselen. De loonwerkers werken op volle capaciteit, toch wordt er op veel plaatsen maïs ingekuild van meer dan 40% droge stof. Dit betekent dat aandrukken niet optimaal kan gebeuren en er ongetwijfeld ook ingeboet wordt op opbrengst en/of kwaliteit.
Raadpleeg het interactieve kaartje als je de cijfers per regio wenst te bekijken, klik op de locatienaam om de droge stof cijfers per week te zien (in g/kg of %x10):
Ook in de voorgaande jaren zagen we de maïs vaak sneller afrijpen dan verwacht. In de 20ste week na zaai zagen we in 2020 een gemiddeld droge stof gehalte van 36,3% tegenover 34% in 2019. Een evolutie om rekening mee te houden in de toekomst en een reden om zowel onze berichten als de situatie op het veld, goed op te volgen.
Dit netwerk wordt gevormd door heel wat partners: Hooibeekhoeve, CIPF, ILVO, PVL Bocholt, PIBO Tongeren, Inagro, LTCW Sint-Niklaas, Proefhoeve Bottelare, VITO Hoogstraten en VTI Poperinge en krijgt financiële steun van de Vlaamse Overheid Departement Landbouw & Visserij via de werkingsbijdrage aan het praktijkcentrum LCV.
Dit is het laatste bericht voor 2020. We danken alle medewerkers die meewerkten aan dit uitgebreide netwerk van 16 locaties.
Voor LCV : Gert Van de Ven, An Schellekens – Hooibeekhoeve ; Jurgen Depoorter – CIPF,
foto: De Landbouwspotter