Bladluizen in maïs: Alle gevaar zo goed als geweken

Dit bericht werd geplaatst in Nieuws op .

Afbeelding 030J.Depoorter(C.I.P.F.), namens LCV

Uit de waarnemingen van deze week is gebleken dat de bladluizendruk in de maïs nog steeds zeer laag blijft. We vinden maar heel sporadisch kleine kolonies op de planten. Op de meeste locaties zijn de planten zelfs volledig vrij van bladluizen. De maïs groeit zeer goed door en won de afgelopen week gemiddeld bijna 2 bladeren. Enkel op percelen waar de onkruiddruk wat parten gespeeld heeft en op percelen waar de maïs een tekort aan fosfor had (met de typische paarsverkleuring) blijft de groeisnelheid van de maïs wat achter. Bij de vroeg gezaaide maïs zijn de meeste rijen gesloten en zit men in of voorbij het veilige tiende bladstadium. Voor de laat gezaaide percelen is het nog waarschijnlijk 1 tot maximaal 2 weken wachten vooraleer dit stadium aangebroken zal zijn.

Zoals de situatie nu evolueert, lijkt het risico op schade door bladluizen grotendeels geweken.

Sinds 1998 legt het Landbouwcentrum Voedergewassen een waarschuwingsnetwerk bladluizen in maïs aan. In de verschillende Vlaamse landbouwstreken worden wekelijks een aantal maïspercelen opgevolgd. Net zoals de voorgaande jaren werken in 2014 het PVL te Bocholt, het departement BIOT van de Hogeschool Gent te Bottelare, de VTI land- en tuinbouwschool van Poperinge, LTCW te Sint Niklaas, POVLT Beitem en PIBO Tongeren mee aan de observaties voor het waarschuwingsnetwerk. Deze 6 locaties vormen samen met de 3 locaties van het CIPF (Scherpenheuvel-Zichem, Tongerlo en Breedhout) het waarnemingsnetwerk voor Vlaanderen. Voor Wallonië wordt de situatie voor bladluizen eveneens op een tiental locaties opgevolgd door het CIPF samen met verschillende regionale partners.

Wekelijks wordt er vanaf het 4de – 5de bladstadium een samenvatting gemaakt van de bladluizendruk die men van streek tot streek waar neemt. Op elke locatie worden op de rassen LG30217, Torres en PR38Y34 de bladluistellingen uitgevoerd (per ras telkens in 3 afgebakende zones van 10 planten). De tellingen worden gestaakt rond het tiende bladstadium, wanneer het grootste gevaar geweken is voor schade aan de planten.


J.Depoorter(C.I.P.F.), namens LCV 

IPMstempelNoteer dat opvolging van het netwerk bladluizen geldt als IPM maatregel.